Jungiaanse universele archetypen en unieke cultuur  deel 1

Universele elementen in de mythologie,rituelen,  verhalen, films, series en de hele samenleving

Als we kijken naar de rijke schat van onze cultuur en de andere culturen verspreid over onze hele planeet, zien we heel veel universele elementen in de mythologie, rituelen, legenden en  sprookjes. Ook in de waarden en normen zien we veel gemeenschappelijke elementen. Ik geef hieronder drie voorbeelden.

Zo kennen we de talloze verhalen waarbij de held een monster of draak dient te verslaan. Je vindt dit terug in de Gilgamesh-mythe, de legende van koning Arthur en tevens in moderne fantasy-verhalen. Ook onze huidige films en series zijn hiervan doordrongen. Nooit gaan deze verhalen vervelen. Jong en oud worden hierdoor begeesterd.

Een ander voorbeeld van iets gemeenschappelijks dat in elke cultuur voorkomt is het thema van de vadermoord. De Oedipusmythe kennen we reeds van in de Oudheid. Ook Star Wars gaat in op dit thema  als we zien hoe Luke Skywalker tegen Darth vader ten strijde dient te trekken. Dichter bij ons bed zien we een puber die zich op een bepaald moment gaat afzetten tegen zijn ouders. Ook hier kunnen we spreken van een symbolische vadermoord. Hoe nauw onze ouders ons ook aan het hart liggen, is deze ( symbolische)  vadermoord iets waar we ons als mens doorheen moeten worstelen. Het is noodzakelijk om volwassen te worden en nadien een meer volwassen relatie met onze vader en moeder op te bouwen. Freud geeft aan de Oedipusmythe een meer psychologische verklaring.

Tot slot wil ik u nog het voorbeeld geven van water als universeel gegeven in onze culturen. Zoals ik reeds uitlegde in mijn homepagina staat water symbool voor chaos, vernietiging, transformatie, passie en gevoel. Het is ons grootste gevaar maar tegelijk ook onze grootste kracht.  We dopen met water en geven zo vorm aan dit krachtige oeroude symbool.

Universele archetypen

Carl Gustav Jung noemt dergelijke symbolen archetypen. Dit zijn oeroude thema’s die vanuit het onbewuste van elke mens op uitverkoren momenten naar boven komen en nadien  op één of andere manier vorm kunnen krijgen. Archetypen komen vanuit een soort collectief onbewuste op vaak onverwachtse momenten naar boven. Ze leven in onze dromen en fantasie. Soms breken ze door op de meest onverwachte momenten in ons leven en schudden ze dat leven heftig door elkaar. We zijn dan de pedalen kwijt. We passen ze ook toe in ons dagelijkse leven. Denk hierbij aan mijn voorbeeld van de rebellerende puber. Onze mooiste kunstwerken zijn eveneens van deze symbolen doordrongen. Eigenlijk is alles wat de moeite waard is, op één of andere manier verbonden aan een archetype.

Universele archetypen, instincten en evolutie van soorten als bron van wijsheid

Van waar komen toch al deze symbolen? Wat is de bron van deze archetypen? Jung noemt deze bron zelf fylogenetisch. Fylogenese handelt over de afstamming van soorten. Hier vinden we direct moderne linken met de evolutieleer en daaruit voortvloeiend de evolutiepsychologie. Mensen gaan zich gedragen naar bepaalde symbolen omdat deze hen helpen in hun omgeving te overleven. Ook zal het het leven van hun nageslacht bevorderen. Omdat we meer generaties kenden in de oertijd dan de periode erna, stammen veel van deze symbolen ( maar zeker niet alle) uit de levens van jager-verzamelaars en de dieren van waaruit deze zijn afgestamd. Hierin vinden we een eerste vorm van wijsheid. Aangezien het om evolutie van organismen gaat, gaat dit om een wijsheid die ouder is dan de mensheid. Denk hierbij aan de wijsheid hoe een oog licht kan opvangen en dit kan omzetten in betekenisvolle beelden. Welke individuele sterveling zou deze wijsheid kunnen bedenken?

Bij de evolutiepsychologie spreken we over de werking van instincten. Het instinct bepaalt op welke wijze  het dier zal handelen, wanneer het zal handelen en tevens wanneer het niet zal handelen. Het zorgt eveneens voor een bepaalde hiërarchie in de instinctieve impulsen die het dier zal ervaren.

Een voorbeeld hier is de drang tot voortplanting. Veel dieren hebben enkel een seksueel verlangen in aanwezigheid van andere dieren van het andere geslacht en vele vrouwtjes zijn enkel bereid te paren op het moment ze vruchtbaar zijn. Op deze manier spaart men energie. Energie die levensnoodzakelijk is om te besteden aan taken die noodzakelijk zijn om te overleven. Het gaat dan om het vinden van voedsel, het verzorgen van de reeds geboren jongen, het handhaven van de veiligheid enz… We zien weinig seksueel  gefrustreerde dieren wanneer we hen in gevangenschap onthouden van seks. Dit geldt tenminste voor zover de andere instincten nog een plaats krijgen in deze gevangenschap. De krolsheid van een kat lijkt hierop een uitzondering te zijn, maar zelfs hier zien we dat wanneer we deze kat een pil geven, de krolsheid verdwijnt. Ook komt de krolsheid enkel op wanneer de kat vruchtbaar is. Getuigt dit niet van een onnoemelijke wijsheid die de natuur levende wezens heeft geschonken?

Het verstand verovert ruimte ten nadele van de oeroude instincten

De evolutie heeft ons echter omwille van meerdere redenen voorzien van steeds meer verstand. Het gaat om een verstand dat het mogelijk maakte ons te voorzien  van meerdere zaken die onze overlevingskansen vergrootten. Zo kon ons verstand de angst voor vuur overwinnen en voorzag het onze geest van de nodige creativiteit om vuur te leren maken. Nu is vuur één van de krachtigste archetypes.

Mochten onze instincten echter gelijktijdig even sterk blijven zou dit interfereren met ons verstand en zouden we onhandelbaar worden. Daardoor gingen een aantal instincten afzwakken; sommige verdwenen zelfs. Het tempo waarin deze drijfveren verdwijnen is afhankelijk van de nood aan deze drijfveren en daardoor verdwijnt dit niet gelijkmatig. We kennen nog steeds hevige angst, maar doordat we er over kunnen nadenken hebben we het “vermogen” ook angst te voelen over mogelijke toekomstige  bedreigingen. We kennen nog een hevige drang naar seks, maar deze wordt niet meer in dezelfde mate gereguleerd als bij dieren. Vrouwen zijn ook bereid te paren buiten hun vruchtbare periode (al is dit gemiddeld genomen een tikkeltje minder). We denken ook aan seks als er geen potentiële partners aanwezig zijn.

Cultuur als nieuwe vorm van regulering is eveneens een bron van wijsheid

Dit alles vraagt om een nieuwe vorm van regulering. Cultuur (aanvankelijk onlosmakelijk verweven met religie) voorziet in deze nood aan regulering. Waar dieren omwille van hun instincten enkel op de juiste plaats en tijd angst of een seksueel verlangen voelen dienen wij op een andere manier te vinden wat de juiste plaats en tijd is.

Angst wordt bezworen door religieuze rituelen (die ons postmoderne mensen vaak zinloos lijken). Denk hierbij aan de offerrituelen om onze angst voor een slechte oogst, ziekte of dood te bestrijden. Zolang er geen slechte oogst, ziekte of dood is, is deze angst niet concreet. Ons verstand biedt ons echter de mogelijkheid ( of moeten we zeggen vloek?) op die manier angst te voelen. Dit moet bezworen worden om een functionele gemeenschap te blijven. Waarschijnlijk worden deze gevaren niet reëel bedwongen door deze rituelen. Wel wordt onze angst collectief bedwongen waardoor de gemeenschap weer een zekere rust en stabiliteit kent. Dit bevordert dan de vrede in de betreffende gemeenschap. Daarom is het ook belangrijk dat deze rituelen collectief worden uitgeoefend. Niemand kan zich ongestraft aan het ritueel onttrekken. Niet tegenstaande dergelijke rituelen en praktijken groeien in tijden dat het verstand een grotere rol gaat spelen, gaat dit niet om een rede zoals we deze sinds de verlichting kennen. Al deze rituelen, praktijken, waarden en  normen ontstaan volledig onbewust. Het is doorheen het leven van de opeenvolgende generaties dat deze cultuur ontstaat. Dit is een proces van trial-and-error. De error wordt er langzaam uit weggefilterd.  Wederom gaat het om een wijsheid die ons zo beperkte verstand volledig overstijgt.

Seksualiteit bedwongen door cultuur

Ook seksualiteit wordt bedwongen door instituties zoals het huwelijk. Het seksuele verlangen is echter zo hevig dat dit instituut van het huwelijk vaak niet genoeg is. Rituele prostitutie, Dionysische rituelen, bacchanalen bieden elk op hun manier een juiste tijd en plaats om het verlangen een uitlaatklep te bieden. Enkel daar en op dat moment zijn bepaalde “uitspattingen” mogelijk. Dit enkel in rituele vorm.  Nadien kan men weer rustig in het dagelijkse leven van de gemeenschap functioneren en gelden er weer heel veel regels, geboden en verboden ten opzichte van de seksualiteit. Deze regels  zijn in de ene samenleving strenger dan in de andere. Dit hangt af van de context, materiële situatie, voorgeschiedenis van de betreffende cultuur. Zo zal een  samenleving die veel soa’s kent strenger zijn dan een samenleving waar dit niet het geval is. Een nomadische samenleving zal meestal ook een strengere moraal hanteren. Het is voor dergelijke samenleving vaak moeilijker veel kinderen mee ten nemen telkens met de kampplaats wil veranderen.

Het latere carnaval is hiervan een afzwakking. Men gaat nog eens uitbundig feesten vooraleer het vasten kan aanvangen.

 

Bij deze rituelen is het onderscheid tussen dagelijkse tijd en geheiligde tijd enerzijds en dagelijkse plaats en geheiligde plaats cruciaal. Dit noemt men heterogene tijd.

 

Het verval  van cultuur in de huidige tijd

Het is deze heterogene tijd die nu juist verdwijnt in onze huidige moderne, “verlichte” en postmoderne maatschappij. Deze tijd wordt dan vervangen door een homogene plaats en tijd. Sinds de moderniteit (en zelfs daarvoor) wordt alles meer en meer seculier. Het voorheen heilige wordt onttoverd. Dit kan resulteren in een hevige en voortdurende onderdrukking van verlangen (het is nergens meer de juiste tijd en plaats voor het uitleven van het verlangen) of juist een eeuwig  botvieren van het verlangen (het is altijd en overal de juiste tijd en plaats voor het uitleven van het verlangen). De vroegere onderdrukking van carnaval is een voorbeeld van het feit dat de christelijke kerken langzaam gaan vinden dat het nergens meer de juiste plaats en tijd is om het verlangen te gaan botvieren. Ascese is iets dat altijd en overal moet worden nagestreefd. Bij de seksuele revolutie zien we net het omgekeerde. Het verlangen moet vanaf dan altijd en overal kunnen worden vervuld. Het is als het ware alle dagen carnaval. Mensen zoals Freud reageerden, eind de 19de en begin 20ste eeuw, tegen de victoriaanse moraal . Het seksuele verlangen werd in deze moraal sterk werd beteugeld. Al moet hier eerlijkheidshalve gezegd worden dat Freud zeker geen volledig vrije seksuele moraal voorstond zoals velen graag willen beweren. Ondanks dit gegeven kunnen we wel stellen dat de latere  seksuele revolutie handig gebruik heeft gemaakt van de theorieën van Freud.

 

Deze gegevens hebben consequenties voor onze opvoeding en onderwijs. Onze verlangens kunnen waardevol zijn indien ze worden geactiveerd op de juiste tijd en plaats. Het inzicht dat instincten en archetypen ingebed zitten in een unieke cultuur is dat eveneens. In een volgend deel van dit tweeluik ga ik effectief in op het mechanisme dat er voor zorgt dat universele archetypen zich inbedden in een unieke cultuur. Een cultuur die zich onderscheidt van alle andere culturen.