Corona en de ondergang van het Avondland
Een miezerige regenachtige dag in december 2020. Ik kijk door het raam en zie troosteloos enkele mensen rondlopen in de straat. De kasseien blinken omwille van de regen die de voorbije uren is gevallen. Sommige mensen dragen een mondmasker, anderen dan weer niet. Enkele straten verder bevinden zich reeds maanden gesloten cafés en restaurants. Al maandenlang hangt er overvloedige kerstverlichting die deze kilheid moet verbergen. Corona, het heeft ons leven de voorbije maanden grondig veranderd. Wat een contrast met vroegere tijden, toen we zorgeloos met zijn allen konden feesten, zuipen, dansen en bij elkaar samenkomen. Niets vermoedend dat dit op een dag niet meer mogelijk zou zijn. Nog nooit heeft onze generatie zoiets ingrijpend meegemaakt. Nog nooit is op deze schaal ons dagelijkse leven zo overhoop gehaald. Ook voor de generatie van onze ouders is dit abstract. Onze grootouders kenden wereldoorlogen en de bijkomende ontberingen. Dit zijn ontberingen die veel verder gingen dan wat wij ooit hebben gekend. En doch als je met sommige ouderen praat, waarvan een groot deel verblijft in hypermoderne woon-zorgbedrijven, verklaren ook zij vaak dat dit voor hen een brug te ver is. Ook zij hebben een lockdown op deze schaal nog nooit meegemaakt.
Discussies over het nut en zin van deze vele maatregelen laaien voortdurend op. Ze vinden plaats door middel van allerlei sociale media en in de weinige fysieke contacten die we nog hebben.
Tekenen van maatschappelijk verval
Terwijl deze gedachten eindeloos door mijn hoofd spoken, versterkt het gevoel van maatschappelijk verval . Een gevoel dat reeds meerdere jaren in mezelf sluimert. Alsof corona versterkt wat reeds lang deze samenleving binnensijpelt. Technologie zoals PC’s, smartphones en tablets vervangen langzaam het leven rond de kerk en café . Sinds dit jaar gebeurt dit echter aan een aanzienlijk tempo. Het Nieuwe Werken dat reeds meerdere jaren wordt gepromoot vindt een belangrijke bondgenoot in de coronacrisis. Thuiswerk verspreidt zich als een lopend vuurtje. Verschillende overheden denken er nu reeds over na belangrijke gebouwen en wolkenkrabbers te verkopen. Wolkenkrabbers die ooit het symbool waren van vooruitgang en moderniteit. Waar enkele dagen thuiswerk zeker een meerwaarde kunnen bieden aan het leven van vele duizenden mensen, dreigt een te veel hiervan de loyaliteit aan het bedrijf of de organisatie te ondermijnen. Tevens missen vele mensen meer en meer de nabijheid van hun collega’s. Ook voor klanten van deze organisaties veranderde er op korte tijd veel. Waar vroeger de fysieke contacten met de klanten een substantieel onderdeel van de klantvriendelijkheid waren dient dit nu meer digitaal of op afspraak te gebeuren. Dit is een vorm van verkilling die de pandemie dreigt te overleven.
Een nog nooit eerder vertoonde wereldwijde onderneming
De mensheid heeft in het verleden reeds meerdere epidemieën en pandemieën doorstaan. Zo zorgde de pest er in Europa voor dat minstens één derde op korte tijd stierf. Dit moet een immense impact hebben gehad. Dit zijn schrijnende toestanden die we ons zelfs nu nog nauwelijks kunnen inbeelden. Recenter heeft de Spaanse Griep voor tientallen miljoenen doden in de wereld gezorgd. Corona zorgde volgens de huidige cijfers voor een miljoen tot twee miljoen doden. Niet tegenstaande elke dode een persoonlijke tragedie inhoudt, is dit een stuk lager dan deze van de grootste pandemieën in de wereldgeschiedenis.
Doch beleven we deze dagen fenomenen die we nog nooit in de menselijke geschiedenis op deze schaal hebben meegemaakt. De geschiedenis kent meerdere maatregelen zoals het plaatsen in quarantaine van individuen, groepen, straten of zelfs hele steden . Vaak gebeurde dit op manieren die we nu als immoreel zouden beschouwen. Huizen of individuen moesten soms worden gemerkt zodat iedereen hen “mijdde als de pest”. Soms werden ook mensen aan hun lot overgelaten in hun woningen. Anderzijds riskeerden vele dokters, kloosterlingen en gewone dagdagelijkse mensen hun leven om het lot van de zieken toch nog iets te verzachten.
Wat we vandaag beleven is in vele opzichten uniek. Nog nooit hebben we op zo een grote schaal essentiële delen van een samenleving stilgelegd. Zowel het aantal persoonlijke contacten, bezoek van cafés en restaurants, het bezoeken van winkels, het fysiek gaan werken tot het reizen naar het buitenland zijn aan banden gelegd zoals nooit voorheen. Waar vroeger plaatselijke gemeenschappen zoals dorpen en steden een aantal maatregelen namen zijn dit nu grotendeels de nationale overheden zelf. Nog nooit zijn onze meest intieme menselijke contacten op dergelijke wijze aan banden gelegd als vandaag. Nog nooit heeft een regering zo sterk vastgelegd wat we thuis wel en niet mogen doen. Nog nooit heeft de mens zich zo sterk teruggetrokken in zijn eigen cocon. Een cocon volledig omgeven door de meest moderne technologie, om zich via het wereldwijde internet in contact te stellen met alle delen van de wereld. Als je er verder op doordenkt is dit best een diep beangstigende ervaring. Hoe komt het dat we vandaag zo goed kunnen vertoeven in dergelijk cocon? Hoe komt het dat de regering dit nog zo goed aan een bevolking kan opleggen?
Tezelfdertijd zien we een bevolking die een groot deel van de regels aan haar laars lapt en probeert te leven zoals voorheen. Men probeert te leven alsof corona nooit heeft bestaan en nooit zal bestaan. Mensen bleven deze zomer massaal onze terrassen vullen, mensen bleven naar Zuiderse landen reizen en sommigen gingen daar fuiven en brachten vandaar nieuwe virusstammen mee naar huis. Ook dit roept vele vragen op.
Een laatste vraag is waarom de nationale regeringen zo ver gaan? Waarom wil men met man en macht, corona beheersbaar houden? Waarom wil men het waardevolle werk in onze ziekenhuizen en woon-zorgbedrijven beheersbaar houden? Zeer zeker spreken hier menselijke en nobele motieven mee. Motieven die mij bijzonder nauw aan het hart liggen. Motieven die ik tot het uiterste zal verdedigen. Maar deze menselijke drijfveren vinden we zeker ook de voorgaande eeuwen terug. Toch zien we daar niet geen lockdowns op deze schaal.
Een tomeloze drang naar oneindige ruimte in het Avondland
Dit zijn vele gedachten en gevoelens die vragen om antwoorden. Antwoorden die we soms kunnen vinden bij schrijvers van vele tientallen jaren geleden. Grote geesten die vaak hun tijd ver vooruit waren. Eén van deze geesten is mijn inziens, Oswald Spengler. Spengler beschouwt de grootste menselijke culturen zoals de oud Babylonische, oud Egyptische, oud Chinese, Antieke of de huidige cultuur een stuk als levende organismen. Organismen die via een kleine kiem beginnen aan hun bestaan; vervolgens kennen ze een jeugd, opkomst, bloeitijd en verval. Volgens Spengler duurt dergelijk proces vaak een duizendtal jaar. Daarna zal deze cultuur ofwel vergaan ofwel “bevriezen” in een soort beschaving die dan nog vele honderden of zelfs duizenden jaren kan bestaan. Het verschil tussen dergelijke beschaving met een cultuur zit hem in het feit dat de inspiratie en creativiteit van voorheen zijn uitgedoofd. Wat door de cultuur oorspronkelijk is verwezenlijkt blijft bestaan. Technologieën gebaseerd op de creativiteit van voorheen zullen nog wel worden gecreëerd. Echt fundamenteel nieuwe zaken zullen volgens Spengler binnen deze beschaving niet meer worden verwezenlijkt. Dit laatste zal pas gebeuren wanneer een nieuwe cultuur ontstaat. Elke cultuur wordt gedreven door een oersymbool. Dit is datgene wat een cultuur op fundamenteel niveau drijft. Het is de oorspronkelijke bestaansreden van een cultuur. Het doel van elke cultuur is het verwezenlijken van dit oersymbool. Het houdt deze cultuur in stand. Zo kent de Antieke cultuur geen ruimte, enkel concrete objecten. De onmiddellijke nabijheid is voor hen heel belangrijk. Tussenliggende ruimte wordt beschouwd als niets. De afbeelding van het naakte mannelijke lichaam is hiervan een belangrijke uiting. De antieken kenden geen afstanden en verte zoals wijzelf. De stadstaat is hiervan een belangrijk voorbeeld. Ook kent men enkel het heden. Geschiedenis heeft voor de antieke mens geen betekenis zoals wij deze kennen. Ofwel vinden gebeurtenissen plaats in een meer onbepaald mythische tijdperk, ofwel speelt iets zich slechts enkele generaties in het verleden af. Zo kent onze cultuur die ergens tussen de jaren 900 en 1000 in West-Europa tot leven kwam het symbool van de oneindige ruimte. De oneindige verte die we terugvinden op de achtergrond van vele westerse schilderijen . Dit is iets wat we totaal niet zien in Oud-Griekse of Romeinse beelden. Andere hoge culturen zoals de Egyptische, Indische, Mexicaanse of Chinese cultuur kenden nog andere oersymbolen.
Een cultuur zal via verschillende fasen er alles aan doen om zijn specifieke oersymbool te verwezenlijken op alle domeinen. Het gaat dan om religie, wiskunde,kunst, natuurwetenschap, technologie enz… Elke cultuur ondergaat dezelfde fasen maar is toch uniek omdat het doorheen deze verschillende fasen een uniek oersymbool tracht te voltooien. Eens het oersymbool is voltooid en alles is geworden wat ooit kon worden dooft de cultuur uit, zoals ik voorheen schreef. In een aanvangsfase zal een cultuur vooral religieus zijn ingesteld. Het ontstaat tevens in het platteland. Later gaat dit verder in steeds maar grotere steden. De burgerij neemt dan de plaats in van adel en priesterschap. Later wordt dit bijna een vormloze massa die we naar analogie van de Oudheid plebejers of het plebs noemen. Religie wordt vervangen door rationalisme en natuurwetenschappen. Daarna nemen economie en geld dit langzaam over. Later zal technologie een grotere rol gaan spelen. Ook wordt een cultuur doorheen de eeuwen meer materialistisch.
Er dient ook te worden vermeld dat het onmogelijk is voor leden van een cultuur om het oersymbool van jouw cultuur volledig te overstijgen. Je wordt ermee geboren, je gaat ermee door het leven en gaat er weer mee dood.
Terug naar de oneindige uitgebreidheid als oersymbool van onze cultuur. Dit oersymbool is momenteel heel ver gevorderd en tot alle lagen van de bevolking doorgedrongen, gezien onze cultuur zich in een heel laat stadium bevindt. Het verval doemt reeds op. Oneindige uitgebreidheid kan zich op talloze manieren uiten. Zoals reeds gemeld vinden we het in vele landschappen van schilderijen terug. Tevens hebben de vele West-Europese kathedralen torens die als het ware naar het oneindige rijzen. We vinden het eveneens terug in onze cultuur. De legende van Faust is hiervan een belangrijk voorbeeld. Zo belangrijk dat Spengler onze cultuur hier naar noemt. Hij spreekt over de Faustische cultuur. Faust is een wetenschapper die naar de ultieme oneindige kennis van de wereld streeft. Het gaat om hogere kennis die zo ver gaat dat ze in Gods ogen nooit zou mogen toekomen aan een sterveling. In dit verhaal wordt dit nog als hoogmoed gezien. Vandaag de dag is oneindige individuele ontwikkeling van onze geest en ziel een onbetwistbare voorwaarde voor menselijk geluk . Levenslang leren is ons motto. Een ontwikkeling die zich niet enkel dient te voltrekken in onze schooltijd, maar tot en met de palliatieve fase. Dit loopt samen met oneindige economische groei. “Gij zult groeien.” is het voornaamste gebod.
Een laatste bemerking die we moeten maken is het feit deze oneindigheid onze westerse cultuur er toe beweegt de hele wereld op één of andere manier westers te maken. Ook de andere culturen moeten op één of andere manier deze oneindigheid in zichzelf integreren. Zoals we hierboven reeds vermeldden is dit fundamenteel onmogelijk. Andere culturen kunnen nooit de volledige ziel van een vreemde cultuur begrijpen of doorleven. Wat zij eventueel in meerdere of mindere mate kunnen overnemen afhankelijk van de ontvankelijkheid van hun eigen cultuur is een oppervlakkig laagje vernis. Zo zien we overal in de wereld vele Europese en Amerikaanse uitvindingen terug. Dit gaat van elektriciteit, wagens, moderne autowegen tot computers en het mobiele internet. Vaak probeert men ook de westerse democratie over te nemen, maar de mate waarin dit laatste lukt is heel verschillend. In de betere gevallen ontwikkelt men een eigen specifieke niet westerse variant van democratie (Denk maar aan Japan, Zuid-Korea of India), ofwel aardt deze democratie niet; denk hierbij bijvoorbeeld aan Irak, Syrië of Libië.
Een drang naar oneindige ruimte bij het nemen van maatregelen tegen corona
Wat betekent dit alles in deze lockdowntijden? In onze cultuur is de gedachte deze oneindige uitgebreidheid niet meer te kunnen verwezenlijken onverdraaglijk. Zoals ik reeds schreef dient elke individuele mens van wieg tot graf zich oneindig te blijven ontwikkelen en groeien. Hetzelfde geldt voor de samenleving als geheel. Hierdoor hebben we heel wat verwezenlijkt. We bouwden voor elke mens een soort verzorgingssysteem van de wieg tot het graf. De meesten worden geboren in een ziekenhuis en velen sterven in een woon-zorgcentrum of ziekenhuis. De geneeskunde kende binnen onze westerse cultuur een nog nooit in de geschiedenis waargenomen vooruitgang. We worden ouder dan ooit en kunnen steeds meer ziektes onder controle houden of genezen. Dit systeem kent zeker tekorten en gebreken maar de drang naar oneindigheid is in alle geval de drijfveer die dit systeem laat standhouden. Dit was het geval tot in februari en maart van 2020 het coronavirus hier uitbrak. Opeens dreigde ons zo geprezen gezondheids -en verzorgingssysteem in enkele weken tijd in elkaar te storten. Omwille van bovengenoemde redenen is dit in onze Faustische cultuur ondenkbaar en onaanvaardbaar. Dit virus moesten en zouden we een halt toeroepen. De verschillende westerse naties (en tevens vele andere naties) riepen een lockdown uit. Maatregelen dienden door ieder lid van de samenleving te worden opgevolgd om dit naar oneindigheid strevende verzorgingssysteem in stand te houden. Het is tevens een enorm sterke katalysator voor de ijver van alle dokters, verpleegkundigen, verzorgenden, vrijwilligers, wetenschappers en nog zovele anderen in de strijd tegen deze ziekte. Ook onze politici worden door deze kracht gedreven.
Een drang naar oneindige ruimte en atomisering
Paradoxaal genoeg wordt deze drang naar oneindigheid ook gefrustreerd door deze maatregelen. Elk individu heeft een drang naar oneindige ontwikkeling en deze wordt door de maatregelen op veel vlakken tegengehouden op een schaal zoals we in een democratische samenleving voorheen nog nooit hebben gezien. We kunnen minder fysiek les volgen in school, we kunnen niet meer reizen, onze sociale contacten onderhouden enz…
Eigenaardig genoeg worden zowel de voor als tegenstanders van deze maatregelen gedreven door ditzelfde oersymbool van oneindigheid.
Dit geeft een heel dubbele situatie. De oneindigheid drijft ons om op een zo geraffineerd mogelijke manier een lockdown te organiseren. In dit kader zien we reeds dat de tweede lockdown in België veel gerichter en verfijnder is dan de eerste. Waar we tijdens de eerste lockdown geen enkel contact buiten het gezin mochten hebben en zelfs niet op een bank mochten zitten, is de tweede zo georganiseerd dat veel economische actoren verder blijven draaien. Zo werden tijdens de tweede lockdown boekenzaken en doe-het-zelf zaken ook beschouwd als essentiële winkels. De niet-essentiële winkels werden ook veel sneller opnieuw geopend. Meer economische actoren bleven in meerdere of mindere mate functioneren, maar het menselijke contact werd voor een groot stuk op slot gezet. Dit in combinatie met het slechtere weer in het najaar en winter geeft mij dit voor velen een killer gevoel dan bij de eerste lockdown. Michel Houellebecq spreekt reeds meerdere jaren over een atomisering van de westerse samenleving. Het sociaal weefsel kalfde de voorbije decennia meer en meer af. Waar het leven zich vroeger rond kerk en café afspeelde gedragen we ons steeds meer als los bewegende individuele atomen zonder middelpunt. Doelloos cirkelend op zoek naar onze eigen zin. Een zin waarvan men ons zegt dat we ze enkel in onszelf kunnen vinden. Je kan je dan de vraag stellen waarom deze atomen überhaupt nog bewegen als ze toch enkel iets in zichzelf mogen vinden. Heeft deze hele coronacrisis deze atomisering niet in een gigantische stroomversnelling gebracht? Heeft deze crisis ons niet meer en meer teruggebracht naar onze technologische verlengstukken, zonder de welke we nog nauwelijks in staat zijn tot menselijk contact? In deze zin is het angstaanjagend dat we ons nog zo goed aan alle opgelegde maatregelen kunnen houden.
Een drang naar oneindige ruimte bij het overtreden van coronamaatregelen
Zorgt anderzijds diezelfde atomisering er ook niet voor dat we ons tevens zo slecht aan de maatregelen kunnen houden? Ik schreef immers dat één van de kenmerken van een Faustische samenleving het oneindige streven naar individuele ontwikkeling is. Het is juist deze ontwikkeling die door de huidige crisis, meer dan ooit wordt gefrustreerd. Een overheid legt ons opeens van buitenaf op wat wel en niet kan. Waar de voorgaande generaties oorlogen, hongersnoden en andere vormen van onheil trotseerden lijkt ons dit nu tijdens deze crisis onoverkomelijk. Vroeger stierven mensen voor God en vaderland. Jarenlang werden ze gescheiden van al hun dierbaren met hun knieën tot in de modder. Elke dag kans liepen ze de kans te worden verwond of doodgeschoten. Toegegeven, vaak legde de overheid deze bovenmenselijke offers op. Echter zonder een minimum aan draagvlak was dit een onmogelijke operatie. Denk tevens aan al die verzetsstrijders die elke dag risico’s namen die wij enkel kennen van de film of onze geliefde series. Wat een groot contrast met de opofferingsgezindheid van onze huidige gemiddelde tijdgenoot. Velen kunnen het niet opbrengen één jaar niet op reis te gaan, terrassen zaten deze zomer stampvol (niet tegenstaande we ons in de meest gunstige periode dienden te beperken tot 15 contacten per week). Ook deze fenomenen zijn te wijten aan een verregaande atomisering van de maatschappij.
Op deze manier versterkt de moderne atomisering de maatregelen en tegelijk verzwakt ze deze. Een atomisering die duidelijk gedragen wordt door het tomeloze Faustische streven naar oneindige zelfontwikkeling.
Los hiervan dient zeker te worden opgemerkt dat ik op zich een grote bewondering heb voor het oersymbool van de Faustische cultuur. Geen enkele voorgaande cultuur had een dergelijk streven naar oneindigheid in haar ziel. Dit oneindigheidsstreven heeft veel zaken mogelijk gemaakt. We lopen dankzij dit streven op de maan, genezen vele mensen, brengen welvaart naar andere delen van de wereld. Zelfontwikkeling is eveneens op zichzelf een prachtig gebeuren. In dat opzicht is het bijzonder mooi dat een overheid naar een manier zoekt om het zorgsysteem overeind te houden. Ook kan het heilzaam zijn wanneer burgers kritische vragen gaan stellen over de politieke aanpak van corona en de vele maatregelen. Dit oneindigheidsstreven wordt echter gevaarlijk wanneer het gaat doorschieten en onafhankelijk van traditie en sociaal weefsel gaat opereren.
Opnieuw offers leren brengen in tijden van crisis
Met dit in het achterhoofd lijkt het me belangrijk dat we opnieuw gaan zoeken naar waarden binnen onze eigen traditie en opnieuw leren om in tijden van crisis offers te brengen. Offers die mogelijks onze zelfontwikkeling in eerste instantie frustreren. Hierbij kunnen we ons de vraag stellen hoe we willen dan onze kleinkinderen en alle generaties die na hen komen, naar ons zullen kijken. Worden we gezien als diegenen die niet in staat waren offers te brengen en voor onze neus het zorgsysteem lieten instorten of worden we bekeken als diegenen die deze crisis als sterke individuen doorleefden en hier sterker uit kwamen? Een kracht die over al deze generaties begon uit te stralen. Hierbij wil ik zeker niet voorbijgaan aan de plekken waar doorheen en ondanks deze atomisering op beperkte schaal toch nog één of andere vorm van samenhorigheid is ontstaan. Denk aan de op het balkon zingende Italianen, aan het dagelijks applaus dat de stilte in onze straten gedurende de eerste lockdown doorbrak, aan de witte doeken die sommigen aan hun woningen hingen, de verschillende vrijwilligersorganisaties en de hele geneeskundige en verzorgende sector. Zelf leerde ik bij dit applaus op die manier buren kennen waar ik voorheen geen contact mee had. Helaas gebeurt dit lang niet op een schaal van 11 miljoen mensen. Als we uit deze crisis sterker willen zullen meer mensen hier heldhaftiger moeten optreden.